Je stelt geen vragen en beantwoordt ook geen vragen van de docent. Je praat niet mee in de klas.

Je stelt bijna geen vragen en je bent terughoudend met het geven van antwoorden.

Je stelt af en toe vragen om de stof beter te begrijpen. Je probeert ook te antwoorden op vragen van de docent.

Je stelt duidelijke vragen als je iets niet begrijpt, en je beantwoordt vragen van de docent met de juiste antwoorden. Je durft je mening te delen.

Je maakt geen notities. Je hebt daardoor geen overzicht van de lesstof.

Je maakt zelden notities. Hierdoor vergeet je makkelijk wat er is uitgelegd in de les.

Je maakt af en toe aantekeningen van de uitleg. Deze zijn meestal duidelijk, maar het kan nog iets beter.

Je maakt tijdens de les notities of aantekeningen van de belangrijkste punten. Je zorgt ervoor dat ze duidelijk en overzichtelijk zijn, zodat je ze later makkelijk kunt gebruiken.

Je bent vaak aan het praten of je bent met andere dingen bezig terwijl de docent of een klasgenoot aan het woord is.

Je hebt soms moeite met wachten op je beurt om te spreken. Hierdoor val je andere mensen in de rede.

Je luistert meestal naar de docent en je klasgenoten, maar je raakt soms afgeleid.

Je respecteert de docent en je klasgenoten altijd, ook als je het niet eens bent met hun mening. Je laat de anderen rustig uitpraten.

Je maakt je huiswerk bijna nooit. Je komt vaak zonder de juiste materialen de les in.

Je maakt je huiswerk vaak te laat of niet volledig. Je hebt niet altijd de juiste materialen bij je.

Je maakt je huiswerk meestal, maar soms lever je het wat later in. Soms mis je de juiste materialen.

Je bereidt de les altijd goed voor en je maakt je huiswerk op tijd en zorgvuldig. Je hebt de juiste materialen bij je.