Hoe rond je een decimaal getal af?
Aan het einde van deze oefening kun jij een decimaal getal afronden.
- Pak je uitrekenpapier.
- Schrijf de rekensom op!
- Kijk naar het juiste cijfer en vul het antwoord in!
De regels voor afronden:
Om te weten of je omhoog of omlaag moet afronden, kijk je altijd naar het eerste cijfer dat je weglaat.
0, 1, 2, 3, 4 → Omlaag afronden (het cijfer blijft hetzelfde).
5, 6, 7, 8, 9 → Omhoog afronden (er komt 1 bij).
1. Afronden op een heel getal
Je wilt geen cijfers achter de komma. Kijk naar het eerste cijfer achter de komma (de tienden).
Voorbeeld: 16,01 → De 0 is lager dan 5. Het blijft 16.
2. Afronden op 1 decimaal
Je wilt 1 cijfer achter de komma overhouden. Kijk naar het tweede cijfer achter de komma (dehonderdsten).
Voorbeeld: 23,25 → De 5 is hoog. De 2 wordt een 3. Antwoord: 23,3.
3. Afronden op 2 decimalen
Je wilt 2 cijfers achter de komma. Kijk naar het derde cijfer achter de komma (de duizendsten).
[Ruimte voor foto / afbeelding schema afronden]